Tekst Antoon Melissen - nav Retrospectieve in Gallery Nono (2023)
‘Het minimale helpt me te ordenen, te begrijpen, te klasseren en
classificeren…maar ik heb wel veel “minimaal” rond mij aanwezig.’
Wim Nival, 2023
Een bezoek aan het Gentse atelier van Wim Nival is een buitengewoon zintuiglijke ervaring. Op een bescheiden aantal vierkante meters staat de bezoeker oog in oog met de lost and found van ons dagelijks leven. Van oude stempelletters, houten winkelhaken en historisch drukwerk tot non-descripte voorwerpen en industriële bric-à-brac ; Nival is een verzamelaar, zoveel wordt duidelijk.
Zo op het eerste oog laat deze veelvoud van objecten zich maar moeilijk rijmen met wat de kunstenaar zelf als de ruggengraat van zijn oeuvre beschouwt, een streven naar 'eenvoud en stille universaliteit'. En toch herkennen we in deze veelvoud een gemene deler, namelijk een voorliefde voor rasters, structuren, maar ook voor symbolen en indexicale tekens. En dan zijn er nog de sporen van een verstild verleden, eigen aan veel van zijn 'geadopteerde' objecten en materialen. Op dit snijvlak is Wim Nival in zijn element, waar een evenwicht gevonden wordt tussen 'wat er al is' - de intrinsieke kwaliteiten van zijn (gevonden) materialen - en wat wordt 'toegevoegd'.
Het alledaagse voorwerp speelt sinds jaren een centrale rol in Nivals werk. Het is maar al te verleidelijk aan deze elementen een zekere nostalgische kleuring toe te kennen. Handschriften in vergeelde notitieboekjes, patina en slijtage van hout, leer en metaal wijzen immers op een voorbije, utilitaire context. Vandaag de dag is die context soms ook licht-archaïsch, wanneer oude wrijfletters en diaraampjes – getuigenissen van vergeten media – als ‘Proustiaanse madeleines’ een brug slaan naar onze persoonlijke herinneringen. En toch spelen dergelijke eigenschappen in het beslismoment geen rol, bij Nivals vaststelling of materialen al dan niet bruikbaar zijn. Zijn keuze berust op een fikse dosis intuïtie, op een buikgevoel dat zich niet makkelijk omschrijven laat. Zeer bewust wordt niet gezocht naar mogelijke beelden: ‘Ze doen zich aan mij voor en ik probeer op het juiste tijdstip er ontvankelijk voor te zijn, ik probeer ze op te vangen en vorm te geven.’
Deze retrospectieve presentatie laat zien hoe Wim Nivals blik door de jaren heen is aangescherpt. De schilderkundige toets maakte plaats voor wat we de ‘emotionele waarde van de materie’ zouden kunnen noemen, en zijn kleurenpalet neigt inmiddels naar een ingehouden monochromie – of beter gezegd, wordt veelal ingegeven door kleuren eigen aan zijn materialen. Waar Nival dit Vorleben verbindt met eigen ingrepen, ontstaat het karakter dat zijn werken kenmerkt en onderscheidt. Nival ‘activeert’ sluimerende, onopgemerkte structuren in het doodgewone en alledaagse, de verlokkingen van ritmes, schema’s en patronen. Het leidt tot een gereduceerde beeldtaal die verleidt maar nooit ‘decoreert’, die weloverwogen-geometrisch is, maar evengoed nooit onderkoeld.
Antoon Melissen
(Kunsthistoricus en auteur)
‘Het minimale helpt me te ordenen, te begrijpen, te klasseren en
classificeren…maar ik heb wel veel “minimaal” rond mij aanwezig.’
Wim Nival, 2023
Een bezoek aan het Gentse atelier van Wim Nival is een buitengewoon zintuiglijke ervaring. Op een bescheiden aantal vierkante meters staat de bezoeker oog in oog met de lost and found van ons dagelijks leven. Van oude stempelletters, houten winkelhaken en historisch drukwerk tot non-descripte voorwerpen en industriële bric-à-brac ; Nival is een verzamelaar, zoveel wordt duidelijk.
Zo op het eerste oog laat deze veelvoud van objecten zich maar moeilijk rijmen met wat de kunstenaar zelf als de ruggengraat van zijn oeuvre beschouwt, een streven naar 'eenvoud en stille universaliteit'. En toch herkennen we in deze veelvoud een gemene deler, namelijk een voorliefde voor rasters, structuren, maar ook voor symbolen en indexicale tekens. En dan zijn er nog de sporen van een verstild verleden, eigen aan veel van zijn 'geadopteerde' objecten en materialen. Op dit snijvlak is Wim Nival in zijn element, waar een evenwicht gevonden wordt tussen 'wat er al is' - de intrinsieke kwaliteiten van zijn (gevonden) materialen - en wat wordt 'toegevoegd'.
Het alledaagse voorwerp speelt sinds jaren een centrale rol in Nivals werk. Het is maar al te verleidelijk aan deze elementen een zekere nostalgische kleuring toe te kennen. Handschriften in vergeelde notitieboekjes, patina en slijtage van hout, leer en metaal wijzen immers op een voorbije, utilitaire context. Vandaag de dag is die context soms ook licht-archaïsch, wanneer oude wrijfletters en diaraampjes – getuigenissen van vergeten media – als ‘Proustiaanse madeleines’ een brug slaan naar onze persoonlijke herinneringen. En toch spelen dergelijke eigenschappen in het beslismoment geen rol, bij Nivals vaststelling of materialen al dan niet bruikbaar zijn. Zijn keuze berust op een fikse dosis intuïtie, op een buikgevoel dat zich niet makkelijk omschrijven laat. Zeer bewust wordt niet gezocht naar mogelijke beelden: ‘Ze doen zich aan mij voor en ik probeer op het juiste tijdstip er ontvankelijk voor te zijn, ik probeer ze op te vangen en vorm te geven.’
Deze retrospectieve presentatie laat zien hoe Wim Nivals blik door de jaren heen is aangescherpt. De schilderkundige toets maakte plaats voor wat we de ‘emotionele waarde van de materie’ zouden kunnen noemen, en zijn kleurenpalet neigt inmiddels naar een ingehouden monochromie – of beter gezegd, wordt veelal ingegeven door kleuren eigen aan zijn materialen. Waar Nival dit Vorleben verbindt met eigen ingrepen, ontstaat het karakter dat zijn werken kenmerkt en onderscheidt. Nival ‘activeert’ sluimerende, onopgemerkte structuren in het doodgewone en alledaagse, de verlokkingen van ritmes, schema’s en patronen. Het leidt tot een gereduceerde beeldtaal die verleidt maar nooit ‘decoreert’, die weloverwogen-geometrisch is, maar evengoed nooit onderkoeld.
Antoon Melissen
(Kunsthistoricus en auteur)